Page 63 - Kwakkelkraant_2022
P. 63
63

Ondanks dat vorig jaar het carnavalsfeest achter zijn masker In 237 foto’s laat hij zien dat Ut war 2001. In de veertigste Kwakkelkraant verscheen een pa-
verscholen bleef, heeft Karel Schrooyen de moed gehad om een het voorjaarsfeest, carnaval, ginagroot artikel genaamd ‘In de buurt, deel 1’ over boezem-
kleurrijk algemeen carnavalsboekje samen te stellen. over heel de wereld in veel vrienden Willem en Piet. De schrijver? Ene dhr. Van Spierrink tot
Jaren heeft hij gewerkt aan een Power-Point-Presentatie die hij verschillende facetten, uitbun- Snirrekip. Ut jaor erna verscheen deel 2, ut jaor daarna deel 3,
voor zijn lezingen wilde gaan gebruiken. dig gevierd wordt. Uiteindelijk enzovoorts: de ver’aole van Willem en Piet werden een vast on-
allemaal met dezelfde bedoe- derdeel van de Kwakkelkraant. Na luttele jaore zagen we ineens
ling, om het nieuwe leven te de naam van de schrijver veraandere. Leonard Vierbuch nam het
vieren. Het is daarom een ware stokje over van dhr. Van Spierrink tot Snirrekip. Vandaog ver-
polonaise geworden door de scheen deel 22 en tevens de leste ‘In de buurt’. Om dit zo lang te
historische carnavalstijden. Als kunnen doen motte toch wel van goej uize komme? De vraag bleft
u het boekje leest en bekijkt wel: wie zijn toch die g’eime schrijvers van dees ver’aol?
krijgt u een vleugje carnavals-
Nu er dit jaar geen lezingen Op een verrassende wijze is vreugde mee als voorschot op We geven ‘n tip: ga eens met de letters in de woorden Spierrink
mogelijk zijn, is hij op het idee het hem gelukt een beeld te de lente. en Snirrekip husselen. Wa krijgde dan? Knirrepies? Jao da ok. Maor
gekomen om de beelden van schetsen van hoe heidense ge- hussel nog es verder. Ziede daor nie ut woordje Priens? En wat
korte teksten te voorzien en ze bruiken door de tijd heen een Het boekje is alleen ver- bleft er over van de rest van de letters. Juist. Rik. En ga eens
te bundelen tot een 40 pagi- Christelijke invulling hebben krijgbaar bij Karel aan huis, husselen meej Leonard Vierbuch. Tadaaa! Erich Boulevard! Gaot’r al
na’s tellend boekje. Het heeft gekregen. Waar de prins en de Waterstraat 3 in Wouw of bij iemand in ‘uis een lampke bráánde? Ja dames en heren... onze
de titel meegekregen ’Waarom nar en het insigne eigenlijk na een telefoontje, mail of g’eime schrijver war niemand minder dan voormalig Priens Rik I
Carnaval’. vandaan komen. app via de post. oftewel Erich van Hooij, wonende aan de Boulevard.
Het boekje kost € 5,00.
Tel 0165 30 25 13
of 06 25 1 864 34.
E-mail:
kschrooyen@home.nl

Erich, wie waren hiervan op de hoogte?
“In het begin waren alleen Pieter Verduin en mijn vrouw Ineke op
de hoogte. Wie er toentertijd op de redactie wisten van de auteur,
zou ik niet weten. Vele jaren
later heb ik het mijn kapper
verteld omdat hij elke keer be- Leuke weetjes
gon over dat stuk in de Kwak- over In de Buurt:

kelkraant. Toen kon ik het niet • In elk deel wordt terug-
langer voor mij houden. Dit is gepakt op het motto.
ongeveer 7 jaar geleden.” • In elk deel zitten actuele
gebeurtenissen van dat jaar
Waarom ben je er ooit mee be- verwerkt. Zowel landelijk
gonnen? nieuws als nieuws uit de stad.
“Ik ben ermee begonnen om- • Ook zijn er heel veel
dat ik toch al graag stukjes bekende Tullepetaone in
schreef en ik in mijn eerste opgenomen, waarvan de naam
jaar als prins in gesprek kwam een beetje is aangepast maar
met Pieter. Het betrof de een- die wel herkenbaar zijn.
zijdige, enigszins fletse inhoud
van de Kwakkelkraant. Stukjes
die vaak over bandjes gingen (en hun jubilea) maakte het geheel
wat saai. Ik ben daarna direct gaan schrijven en merkte dat ik daar
zelf heel veel plezier aan beleefde. Het doel was om de kraant meer
kleur te gééve.”

Waarom is ut ver’aol nu ten einde?
“Na 22 jaar merk ik dat de laatste jaren enkele stukken niet meer
zo sterk zijn. Metaalmoeheid? Daarnaast heb ik nooit feedback
gekregen, wat geheel aan mijzelf ligt vanwege de gekozen anoni-
miteit. Dat heb ik bewust gedaan omdat ik in die eerste jaren prins
was. Toch ben ik daar wel benieuwd naar. Wat vond men ervan.
Pieter Verduin was in den beginne erg enthousiast (“je moet er een
boek van maken en uitgeven.”) maar na een jaar of 10 begon hij al
aan het aantal woorden te tornen. Voor mij een veeg teken, maar
het kan ook liggen aan het feit dat er de laatste jaren veel meer
kopij wordt aangeleverd. Dat is mooi.
Het verhaal is wel ten einde, maar er is nog een opening in het
laatste deel (“of ...was dat nou een van de kleinzoons die...”) Het
lijkt me mooi om de draad weer op te pakken en te gaan schrijven
over een klein ‘manneke/meske’ dat de carnavals vanuit een ander
perspectief beleeft. Ach het is maar een idee. Mochten de Tullepe-
taone en/of de redactie een verhaal als ‘In de buurt’ gaan missen,
houd ik me aanbevolen.”
   58   59   60   61   62   63   64