Page 3 - 1971
P. 3
ces met *^Ot.lU^€T 3

carnaval èAor^j>€'*
1971
•^Ut.i.S'PPTAoi^fSTêP'

i >6W&T .'C.fWftMHft*

"1 l1il2ifKlfc-FRft«^WH

Traditiegetrouw kom ik o p deze plaats hef Roo- Carnaval Roosendaal
sendaalse Carnaval 1971 mijn beste wensen mee-
geven.

Carnaval is wel het grootste en uitbundigste feest
dat jaarlijks in de stad gevierd wordt.
En welk een oorspronkelijke visie zit erachter. A l
vele jaren vóór bestuurders en rechtsgeleerden in
vele tijdschriften de vraag gingen bestuderen, of
het niet wenselijk is, een „vierde bestuurslaag"
(gewesten) te voegen fussen rijk, provincies en
gemeenten, heeft Prins Carnaval zijn eigen vierde
bestuurslaag geschapen.
Hij zet - in de beste harmonie en met wederzijdse
geestdrift - de gewone bestuurders voor enkele
dagen schaakmat en neemt de leiding over. Er zit
zelfs geen risico in de situatie dat er twee kapi-
teins o p één schip zijn; de eigenlijke kapitein die
dit ondertekent gaat op het achterdek een pijp
roken en weet dat het op de commandobrug in
orde is.
Van Roosendaal gaat Prins Carnaval dan een vro-
lijke en gezellige stad maken en als men weet, hoe
vrolijk en gezellig Roosendaal in normale o m -
standigheden al is, kan men nagaan, welk maxi-
mum tijdens zijn regeringsperiode bereikt wordt.
In 1971 treedt een nieuwe Prins aan. Hij moet een
groot voorganger opvolgen. Dat is nooit gemak-
kelijk. Talloze staatsiebezoeken vragen veel tijd
en onnoemelijke inspanning van Zijne Hoogheid.
Maar ik weet, hoezeer hij met de beste voorne-
mens bezield is, hoe jong hij is en hoe ludiek (een
woord dat alle Carnavalsprinsen al lang in praktijk
brachten voor het ais pasmunt in onze kranten in
omloop kwam).

Hii zal daf allemaal belangeloos doen voor de
Roosendaalse gemeenschap; een aspect van Car-
naval dat terdege overwogen mag worden en dat
d e (vroegere en nieuwe) Prins aanspraak geeft o p
grote dankbaarheid van die gemeenschap.
Voorts heb ik gelezen, dat de organisatoren meer
oorspronkelijkheid willen zien in d e optocht. En
ik, die dacht dat de optocht al zo oorspronkelijk
was I
Bij al deze goede voornemens, zóveel ervaring,
zóveel bereidheid om Roosendaal een nog mooi-
er Carnaval te bezorgen dan het al kent, kan hef
niet anders of het succes is weer gewaarborgd.
Allen die hiervoor gaan zorgen dank ik van harte
voor hun moeilijke werk; moge inderdaad - als
daf n o g kan - Carnaval 1971 zijn voorgangers
overtreffen, al zou ik mef ,,evenaren" al tevreden
zijn.

Roosendaal, december 1970
De burgemeester van Roosendaal en Nispen,

© StichtingJ. P. GODWALDT

PAARD

Een vent komt een café binnen, roept „Volk" en gaat
tegen de tapkast hangen wachten. Dan gaat de achter-
deur open, er komt een paard binnen met een schortje
aan en dat paard zegt: „Wat zal het zijn?" De man kijkt
verbaasd naar dat paard en vraagt dan: „Zeg, werkt
die koe hier niet meer?"

Briefke voor de kinders üfr^ -^i^ijfc

E¥E EKE: II I 1,1'' i^i'-i. '
,
Dit stukske is helemaal alleen voor de kleine mannen van Roosendaal en 1- ' ' I II
die moeten het dan maar verder vertellen aan de grote mensen. Dit stukske I I I ,1
schrijf ik, Nar Matjas, voor jullie alleen. En het gaat over ons groot kinder- I 'i'i I '
feest dat wij weer gaan houden met carnaval op dinsdagmiddag. , 1 ,1 , L,. , ,

„Nar", zei mijn nieuwe baas Prins Ward tegen mij, „ik wil één middag vrij
hebben en dan moet jij maar zien dat je de jeugd aan de gang houdt en
dat is dinsdag." Dat zei mijn vorige baas, dat was Prins Jan I, ook altijd,
maar het gekke was, dat die iedere keer toch kwam kijken. Dat deed hij
zogenaamd „incognito" zoals de grote mensen dat noemen. Weten jullie nog
dat die eens 'n keertje gewoon als straatveger op de Markt liep? Hoe is het
mogelijk, een Prins als straatveger! Maar ja, dat mag allemaal met carnaval.

Op dinsdag 23 februari, dat is pas over een maand, is dat grote feest. We
beginnen weer om 2 uur 's middags, met veel muziek erbij, op de Nieuwe
Markt en trekken dan door de stad naar de Markt vanwege de verrassing
die er komt. En denkt erom, wij hebben wat voor jullie in het vet. Maar
het is allemaal nog vreselijk geheim. Een paar boeren, je weet wel die man-
nen met hun lange blauwe kielen aan, zitten al weken lang in het geheim
te vergaderen en te praten. Dat is zo verschrikkelijk geheim (en ik weet het
want ik mag er altijd by zijn) dat ze bij elkaar gaan zitten in een heel
donkere kelder en dan geen licht aansteken, alleen een kaars. Want er mag
niks uitlekken. Soms moet de voorzitter van die club (een boer die Piet
heet en in bloemen doet) wel eens zeggen: „Niet zo hard praten" omdat ze
bang zijn dat er iemand iets zal horen.

Daarover kan ik jullie dus helemaal niks verder vertellen. Maar ik wil
jullie allemaal wel iets vragen.

Alle kinderen die meegaan moeten verkleed zijn. E n dat is met carnaval
niet zo moeilijk. En je mag toeters meenemen en fiepers en je moet alle-
maal zingen en springen. Je moet ook aan alle grote mensen vragen of ze
komen kijken, aan de kant van de straat, en of ze dan allemaal heel veel
serpentines en confetti mee willen nemen om naar jullie te gooien. En of de
mensen waar de kinderstoet voorbijkomt allemaal uit de ramen willen hangen
en ook confetti en serpentines gooien.

Die dinsdagmiddag dat is jullie feest. Natuurlijk gaan jullie allemaal ook
verkleed op zaterdag naar de optocht kijken, maar die optocht dat is geen
kinderoptocht meer, maar een optocht van de grote mensen.

Heel lang geleden, toen er heel wat van jullie nog niet eens geboren waren,
toen was het een kinderoptocht. Maar de kinderen van toen zijn nu groot
en maken nog altijd optocht. Over elf jaar doen jullie dat ook.

Omdat het een grote mensen optocht werd, hebben de verschrikkelijk
wijze boeren gezegd, dat er een heel aparte optocht moest komen voor
jullie met nog een heel aparte verrassing erbij ook.

Zoeken jullie allemaal alvast je mooie pakskes op? En willen jullie ook
aan de grote mensen vragen om mee te doen? Ja?

Dan krijgen jullie nou allemaal een kusje van

NAR MATJAS.
   1   2   3   4   5   6   7   8