Page 12 - 2001
P. 12
KWAKKELKRAANT ZOOI
IN DE BUURT Cdeel l )
De regen striemde In de late herfst alweer lijke noten van onze klusser. Dit werd Wil- gewond richting de erfafscheiding met wacht met het uitgraven van zijn fundering
hard tegen de ruiten. De vroege duisternis lem te veel. Kwaad as ne riek, krabbelde maar één doel: een gesprek met zijn buur- voor zijn nieuwe kippenren. Zwevend over
verraadde het al. Het werd nu serieus tijd de ongelukkige overeind, waarbij hij niet in man. "Lache zeetie, laöt oe is gaon" was de heg, landend op de grens van de vaste
voor de donkerste maanden van het jaar. de gaten had dat hij zijn pet met zijn llnker- de volgende carnavalshit die zich aandien- grond en die verrekte fundering
De donkerste wel, ja , maar toch ook wel pantoffel een centimeter of acht in de de. "Buurman buurman BUUR- verloor onze uitzinnige containerzoeker het
de leutigste, en dat lag niet alleen aan al blubber trapte. Wat hij wel in de gaten had MAN" gilde Willem over de heg. "Trek ik evenwicht en raasde richting de oude kip-
die Heiligen. Nu dacht Willem daar heel an- was dat zijn rechterpantoffel ongeveer acht m'n eigen nerreges niks van aon". penren.
ders over, want sinds hij in Roosendaal centimeter in de blubber stak. Wat dacht "Godvrrrrr. ij doegut erom, ij maokt mijn
was komen wonen, was hij best tevreden hij weli hij zou zijn buurman wel eens even expres kwaod" was de conclusie van onze "Tok, tok, tok, tok, tok, tok, tok..zeg edde
over de gang van zaken. zeggen wat hij ervan vond, hij zou wel vriend, die overigens allang zijn container oew-n-draai of....
Zijn buurman. Piet, daar kon hij maar niet eens even...."Oe ek't nou, oe ek't nou, nou
aan wennen. Die man was een heel jaar gaon w't krljge". vergeten was. "BUURMAN Dwars door het kippengaas, een oud ko-
bezig met dat ene feest, carnaval. En dat "Want mee carnaval dan zijn ik Tullepeta- zijn en meters boerenbondplastic sode-
kwam hem zo langzamerhand wel zijn strot "Ja we gaan het zeker krijgen, vuile on" Dit was het lievelingsliedje van Piet. mieterde Willem met lierlijke ondertiteling
uit. Hij kon hem wel schieten spr ".Aj, aj ,aj. Die rozestruiken. Ja dat Als dit liedje kwam, zette hij altijd ev©n4iet- op de betonnen voerbak. Met een masker-
met zijn geneurie van talloze tje-van-kippenstront-lag-hij te lillepoten t u s -
melodietjes. Zijn gemaakte vro-
lijkheid en met te vergeten zijn sen een 40-tal stuks pluim-
gerepeteer op die rottoeter. vee. Het waaide nog
Enfin, Jana zei, dat die dingen steeds, maar het geluid van
alleen maar in zijn hoofd rond- de wind werd nu toch over-
spookten want zelf was haar stemd door het gekakel van
nog niets van dat alles opgeval- gevogelte. Op de achter-
len. grond speelde wellicht "We
zijn dl jaor vroeg uit de vere,
"Willem, zet jij de container even ik denk dus da't van 't jaor
buiten, mijn zonneschijntje ? gaot spere, want....
"Watte, bende gek, da's zelf- "Maar dat hoorde Willem al-
moord mee zukke weer. Veulste lang al niet meer. Sterker
koud, doetda morgen'ochtend nog, hij hoorde zelfs fluiten,
zelf mar adde gaot waarreke". tsjielpen. Half groggy kwam
Een korte doch doordringend hij overeind. Het suisde in
duidelijk dodelijke blik deed zijn hoofd. "Bwrrrr, kzzzzzrt,
Willem overeind schieten uit bruurmann, fiepfpeipp ?
zijn comfortabele 3-zits ligbank. "Willem, Willem, wat leuk.
De lichaamstaal van zijn vrouw Die kippenkooi, da gift niks,
was duidelijk. Willem op zijn trekket oe nie aon. Kom
sloffen, jas aan, pet op, das gauw effe in ut schuurke,
aan, aarzelend richting keuken- dan aol ik un pilske, en
deur die stond te rammelen
dankzij de westenwind. © Stichting Carnaval Roosendaal dan " Piet plantte Willem
"Nondeju, ut buitenlicht? Edde in het schuurtje en spoedde
da al gemaokt Jana? Neije ze- zich naar binnen om een
ker" Nee Jana deed veel maar paar koude pilsjes te pak-
zulke zaken verrekte ze. Goed ken.
dan, dan maar zonder licht. De
deur kon hij nog net houden ""Lekker kouw pilske Wil-
maar zijn pet ging zijn eigen lem, zet ik un aander
weg en steeg tot respectabele baandjeopen...."
hoogte en belandde tussen de "Krrrkikt zzzwzll, nnnnie,
ligusterhaag en de rozenstrui- zwowouu .." Ja, ut wor al
ken. En wat ligt er tussen de li- kouwer eh!" Glunderend
gusterhaag en de rozenstruiken nam Piet een flinke slok van
? Juist ja, de vijver. "Jezus van het goudgele voctit en zong
meraante, ne pet van 65 gul- de eerste regel mee van het
den. Die kan ik nie laote lig- liedje van .1991 :"Tullepetaon
ge..."Terwijl Willem richting de da wor feeste ier van t ja-
vijver toog ving hij een glimp bij or.."
zijn buurman. Stond die achter-
lijke nu in zijn schuur te werken. Willem begon nu toch wel
Ja hoor het licht was aan en hij heel erg te rillen en ook dat
hoorde duidelijke weer die ver- viel op bij Piet. Bezorgd
schnkkelijke carnavalsschlagers vroeg hij zijn buurman of het
die Piet luidkeels mee stond te bier misschien te koud was.
kwijlen. "Tu, tu, tullepetaone, "G'ed toch nie de griep eh
ziede gij alleen mee carnaval... Willem ?"
mee...". Nu wist Willem zeker
dat hij gek was. In dit weer, in "Knneurrrtgnok" ,was het
deze kou, in zo'n kouwelijk duidelijke antwoord. "Watte,
schuurtje stond zijn buurman te zak oe mar naor uis brenge
schilderen. Het leken wel een dan?"
soort van carnavalsbeeldjes. Hij
had er duidelijk schik in en zo Willem bibberde nu zo door
te zien had hij ook helemaal de combinatie van kou,
geen last van de kou. Zelfs stress en pijn dat het net
Willem kreeg er eventjes een leek of hij "ja"schudde.
warm gevoel van, maar dat was "Kom mar gauw mee dan,
ook maar eventjes want zo ver- dan ellep ik oe wel. Dan kan
baasd dat hij was, zo automa- ik gelijk de step van oons
tisch had hij weer zijn pet opge- Joske mee terug neme. Ik
zet. En dat voelde "aorig" aan, geloof dattie nog bij jullie
en dat is misschien nog zacht- ligt".
jes uitgedrukt. "Mee kriebels in oe kippe-
vel" klonk het vanuit het schuurtje. "Ach doet inderdaad zeer als je zonder schoei- volume voluit. Dat moest toch kunnen en Zo werd Willem voorzichtig
staarft, lilleke..."En Willem vervolgde zijn sel door het rozenperk wilt gaan. "Wa dun zijn buren hadden daar geen problemen huiswaarts begeleid door
lijdensweg richting container, zijn natte pet blomme ier allemaol...." mee want hij had er nog nooit opmerkin- zijn buurman. Toen Piet aan
meezeulend, geklemd onder zijn linkerok- Wat had Piet het deze avond toch naar zijn gen over gekregen. Misschien kent Willem de voordeur aanbelde deed
sel. Toch wel lastig dat kapotte licht. En zin. Het liefst wat hij deed. Zijn favoriete deze tekst al wel een beetje dacht Piet vol Jana open. "Ha, Piet. Wat
wat waaide het toch. En wat nou, de con- casettebandjes mee naar de schuur en hoop. kom je doen en wat doet
tainer stond niet op zijn plek. Jana zal hem daar weer verder met het maken van de in- Willem was nu toch van onder toch boven onze Willem bij jou ?"
toch niet helemaal achterin hebben gezet. signes. Juweeltjes. Eerst gieten, dan in de doorweekt en het maakte ook niet meer "IJ wulde un keer over de carnaval praote
Enfin, hij was nou toch nat. Even doorbij- grondverf en tot slot beschilderen. Am- uit. Hij nam een korte, doch krachtige aan- dèènk, mar volgens mijn eetie dun griep.
ten en dan lag hij zo weer in de bank, lek- bachtswerk. Dit jaar zou hij er ook een aan loop om zo over de ligusterhaag te sprin- Lègtum mar gauw in bed, dan pak ik nog
ker warm voor de t..v. Dat had hij nou net zijn buurman Willem geven. Die man gaf gen. Hij nam dus een aanloop., "..en krijd't effe die step.
niet moeten denken want vanwege het op- niet veel om carnaval en was ook een dan in oewe meule, bief ".
voeren van zijn snelheid struikelde hij on- beetje gesloten. Wellicht dat dit gebaar dat Wat hoorde Piet nu toch buiten. Hij had de Trouwes, Willem , ik zien dat oew contao-
gelukkigerwijs over ja, over wat eigen- kleine vonkje zou geven. Dat hij met volle hond toch binnen gedaan? Piet liep rustig ner ok nog nie aon straot staot. Zakkum
lijk? Was dat niet het stepje van teugen zou kunnen gaan genieten met alle naar het raampje van zijn schuur en tuurde gelijk vor oe buite zette ? Dan oefde gij da
" die jongste snotaop van ier neffe ?" En Tullepetaonen tijdens het feest der feesten. naar buiten. Wat leuk. Zijn buurman sprong niet te doen.
voor Willem er erg in had lag hij gestrekt Had hij net niet de keukendeur van zijn over de heg om interesse te tonen voor zijn En kom nog mar es langs adde beter bent.
tussen de rode kool en spruiten."' t is wir buurman horen dichtslaan. Was de tijd werk. Dit had Piet helemaal niet verwacht. Dan kunne we in 't schuurke over de car-
bloeitijd, alles schiet wir uit de grond, in misschien rijp voor een voorzichtig praatje Wat leuk. Even zijn handen afdoen. "Attie naval praote en messchient meude mijn
oons ofke van Roosendaal" waren de vro- met zijn buur. mar nie ...." dan wel ellepe mee ut schildere. Leutig éh
"De vuile, vuile, vuil "Willem toog llcht- Had Piet nog maar een paar weken ge- ?"
Het enige wat Willem nog uit kon brenge
was: "Szjiu...
De voordeur werd gesloten en zeer tevre-
den zette Piet zijn avond voort met het
liedje ons allen wel bekend: "Tullepetaon,
geloof d'r in? Edd'r wir ambiessie in ?
Van Spierrink tot Snirrekip
IN DE BUURT Cdeel l )
De regen striemde In de late herfst alweer lijke noten van onze klusser. Dit werd Wil- gewond richting de erfafscheiding met wacht met het uitgraven van zijn fundering
hard tegen de ruiten. De vroege duisternis lem te veel. Kwaad as ne riek, krabbelde maar één doel: een gesprek met zijn buur- voor zijn nieuwe kippenren. Zwevend over
verraadde het al. Het werd nu serieus tijd de ongelukkige overeind, waarbij hij niet in man. "Lache zeetie, laöt oe is gaon" was de heg, landend op de grens van de vaste
voor de donkerste maanden van het jaar. de gaten had dat hij zijn pet met zijn llnker- de volgende carnavalshit die zich aandien- grond en die verrekte fundering
De donkerste wel, ja , maar toch ook wel pantoffel een centimeter of acht in de de. "Buurman buurman BUUR- verloor onze uitzinnige containerzoeker het
de leutigste, en dat lag niet alleen aan al blubber trapte. Wat hij wel in de gaten had MAN" gilde Willem over de heg. "Trek ik evenwicht en raasde richting de oude kip-
die Heiligen. Nu dacht Willem daar heel an- was dat zijn rechterpantoffel ongeveer acht m'n eigen nerreges niks van aon". penren.
ders over, want sinds hij in Roosendaal centimeter in de blubber stak. Wat dacht "Godvrrrrr. ij doegut erom, ij maokt mijn
was komen wonen, was hij best tevreden hij weli hij zou zijn buurman wel eens even expres kwaod" was de conclusie van onze "Tok, tok, tok, tok, tok, tok, tok..zeg edde
over de gang van zaken. zeggen wat hij ervan vond, hij zou wel vriend, die overigens allang zijn container oew-n-draai of....
Zijn buurman. Piet, daar kon hij maar niet eens even...."Oe ek't nou, oe ek't nou, nou
aan wennen. Die man was een heel jaar gaon w't krljge". vergeten was. "BUURMAN Dwars door het kippengaas, een oud ko-
bezig met dat ene feest, carnaval. En dat "Want mee carnaval dan zijn ik Tullepeta- zijn en meters boerenbondplastic sode-
kwam hem zo langzamerhand wel zijn strot "Ja we gaan het zeker krijgen, vuile on" Dit was het lievelingsliedje van Piet. mieterde Willem met lierlijke ondertiteling
uit. Hij kon hem wel schieten spr ".Aj, aj ,aj. Die rozestruiken. Ja dat Als dit liedje kwam, zette hij altijd ev©n4iet- op de betonnen voerbak. Met een masker-
met zijn geneurie van talloze tje-van-kippenstront-lag-hij te lillepoten t u s -
melodietjes. Zijn gemaakte vro-
lijkheid en met te vergeten zijn sen een 40-tal stuks pluim-
gerepeteer op die rottoeter. vee. Het waaide nog
Enfin, Jana zei, dat die dingen steeds, maar het geluid van
alleen maar in zijn hoofd rond- de wind werd nu toch over-
spookten want zelf was haar stemd door het gekakel van
nog niets van dat alles opgeval- gevogelte. Op de achter-
len. grond speelde wellicht "We
zijn dl jaor vroeg uit de vere,
"Willem, zet jij de container even ik denk dus da't van 't jaor
buiten, mijn zonneschijntje ? gaot spere, want....
"Watte, bende gek, da's zelf- "Maar dat hoorde Willem al-
moord mee zukke weer. Veulste lang al niet meer. Sterker
koud, doetda morgen'ochtend nog, hij hoorde zelfs fluiten,
zelf mar adde gaot waarreke". tsjielpen. Half groggy kwam
Een korte doch doordringend hij overeind. Het suisde in
duidelijk dodelijke blik deed zijn hoofd. "Bwrrrr, kzzzzzrt,
Willem overeind schieten uit bruurmann, fiepfpeipp ?
zijn comfortabele 3-zits ligbank. "Willem, Willem, wat leuk.
De lichaamstaal van zijn vrouw Die kippenkooi, da gift niks,
was duidelijk. Willem op zijn trekket oe nie aon. Kom
sloffen, jas aan, pet op, das gauw effe in ut schuurke,
aan, aarzelend richting keuken- dan aol ik un pilske, en
deur die stond te rammelen
dankzij de westenwind. © Stichting Carnaval Roosendaal dan " Piet plantte Willem
"Nondeju, ut buitenlicht? Edde in het schuurtje en spoedde
da al gemaokt Jana? Neije ze- zich naar binnen om een
ker" Nee Jana deed veel maar paar koude pilsjes te pak-
zulke zaken verrekte ze. Goed ken.
dan, dan maar zonder licht. De
deur kon hij nog net houden ""Lekker kouw pilske Wil-
maar zijn pet ging zijn eigen lem, zet ik un aander
weg en steeg tot respectabele baandjeopen...."
hoogte en belandde tussen de "Krrrkikt zzzwzll, nnnnie,
ligusterhaag en de rozenstrui- zwowouu .." Ja, ut wor al
ken. En wat ligt er tussen de li- kouwer eh!" Glunderend
gusterhaag en de rozenstruiken nam Piet een flinke slok van
? Juist ja, de vijver. "Jezus van het goudgele voctit en zong
meraante, ne pet van 65 gul- de eerste regel mee van het
den. Die kan ik nie laote lig- liedje van .1991 :"Tullepetaon
ge..."Terwijl Willem richting de da wor feeste ier van t ja-
vijver toog ving hij een glimp bij or.."
zijn buurman. Stond die achter-
lijke nu in zijn schuur te werken. Willem begon nu toch wel
Ja hoor het licht was aan en hij heel erg te rillen en ook dat
hoorde duidelijke weer die ver- viel op bij Piet. Bezorgd
schnkkelijke carnavalsschlagers vroeg hij zijn buurman of het
die Piet luidkeels mee stond te bier misschien te koud was.
kwijlen. "Tu, tu, tullepetaone, "G'ed toch nie de griep eh
ziede gij alleen mee carnaval... Willem ?"
mee...". Nu wist Willem zeker
dat hij gek was. In dit weer, in "Knneurrrtgnok" ,was het
deze kou, in zo'n kouwelijk duidelijke antwoord. "Watte,
schuurtje stond zijn buurman te zak oe mar naor uis brenge
schilderen. Het leken wel een dan?"
soort van carnavalsbeeldjes. Hij
had er duidelijk schik in en zo Willem bibberde nu zo door
te zien had hij ook helemaal de combinatie van kou,
geen last van de kou. Zelfs stress en pijn dat het net
Willem kreeg er eventjes een leek of hij "ja"schudde.
warm gevoel van, maar dat was "Kom mar gauw mee dan,
ook maar eventjes want zo ver- dan ellep ik oe wel. Dan kan
baasd dat hij was, zo automa- ik gelijk de step van oons
tisch had hij weer zijn pet opge- Joske mee terug neme. Ik
zet. En dat voelde "aorig" aan, geloof dattie nog bij jullie
en dat is misschien nog zacht- ligt".
jes uitgedrukt. "Mee kriebels in oe kippe-
vel" klonk het vanuit het schuurtje. "Ach doet inderdaad zeer als je zonder schoei- volume voluit. Dat moest toch kunnen en Zo werd Willem voorzichtig
staarft, lilleke..."En Willem vervolgde zijn sel door het rozenperk wilt gaan. "Wa dun zijn buren hadden daar geen problemen huiswaarts begeleid door
lijdensweg richting container, zijn natte pet blomme ier allemaol...." mee want hij had er nog nooit opmerkin- zijn buurman. Toen Piet aan
meezeulend, geklemd onder zijn linkerok- Wat had Piet het deze avond toch naar zijn gen over gekregen. Misschien kent Willem de voordeur aanbelde deed
sel. Toch wel lastig dat kapotte licht. En zin. Het liefst wat hij deed. Zijn favoriete deze tekst al wel een beetje dacht Piet vol Jana open. "Ha, Piet. Wat
wat waaide het toch. En wat nou, de con- casettebandjes mee naar de schuur en hoop. kom je doen en wat doet
tainer stond niet op zijn plek. Jana zal hem daar weer verder met het maken van de in- Willem was nu toch van onder toch boven onze Willem bij jou ?"
toch niet helemaal achterin hebben gezet. signes. Juweeltjes. Eerst gieten, dan in de doorweekt en het maakte ook niet meer "IJ wulde un keer over de carnaval praote
Enfin, hij was nou toch nat. Even doorbij- grondverf en tot slot beschilderen. Am- uit. Hij nam een korte, doch krachtige aan- dèènk, mar volgens mijn eetie dun griep.
ten en dan lag hij zo weer in de bank, lek- bachtswerk. Dit jaar zou hij er ook een aan loop om zo over de ligusterhaag te sprin- Lègtum mar gauw in bed, dan pak ik nog
ker warm voor de t..v. Dat had hij nou net zijn buurman Willem geven. Die man gaf gen. Hij nam dus een aanloop., "..en krijd't effe die step.
niet moeten denken want vanwege het op- niet veel om carnaval en was ook een dan in oewe meule, bief ".
voeren van zijn snelheid struikelde hij on- beetje gesloten. Wellicht dat dit gebaar dat Wat hoorde Piet nu toch buiten. Hij had de Trouwes, Willem , ik zien dat oew contao-
gelukkigerwijs over ja, over wat eigen- kleine vonkje zou geven. Dat hij met volle hond toch binnen gedaan? Piet liep rustig ner ok nog nie aon straot staot. Zakkum
lijk? Was dat niet het stepje van teugen zou kunnen gaan genieten met alle naar het raampje van zijn schuur en tuurde gelijk vor oe buite zette ? Dan oefde gij da
" die jongste snotaop van ier neffe ?" En Tullepetaonen tijdens het feest der feesten. naar buiten. Wat leuk. Zijn buurman sprong niet te doen.
voor Willem er erg in had lag hij gestrekt Had hij net niet de keukendeur van zijn over de heg om interesse te tonen voor zijn En kom nog mar es langs adde beter bent.
tussen de rode kool en spruiten."' t is wir buurman horen dichtslaan. Was de tijd werk. Dit had Piet helemaal niet verwacht. Dan kunne we in 't schuurke over de car-
bloeitijd, alles schiet wir uit de grond, in misschien rijp voor een voorzichtig praatje Wat leuk. Even zijn handen afdoen. "Attie naval praote en messchient meude mijn
oons ofke van Roosendaal" waren de vro- met zijn buur. mar nie ...." dan wel ellepe mee ut schildere. Leutig éh
"De vuile, vuile, vuil "Willem toog llcht- Had Piet nog maar een paar weken ge- ?"
Het enige wat Willem nog uit kon brenge
was: "Szjiu...
De voordeur werd gesloten en zeer tevre-
den zette Piet zijn avond voort met het
liedje ons allen wel bekend: "Tullepetaon,
geloof d'r in? Edd'r wir ambiessie in ?
Van Spierrink tot Snirrekip