Page 17 - Kwakkelkraant_2022
P. 17
17

Bus 12 wil graag weer vertrekken!

Elke was een jaar of 13 en geen alcohol drinken’, vult hebben ons echt zien opgroei-
moest dan op carnavalszon- Rosalinde aan. ‘En nu hebben en van pubers tot volwassen
dag mee met de Otobusrellie. zelfs ook onze eigen (ouderlij- (nou ja) mensen. Toen we een
In de bus met de voetbalclub ke) huizenkroegentocht en de jaar of 21, 22 waren, waren we
van je ouders. Daar zit je als dorpskroegentocht op de fiets. wel een stuk erger. Nu zijn we
puber niet op te wachten. Dus Maar het mooiste is natuurlijk wat rustiger geworden.’ Inmid-
verzamelde ze in de aula van de Otobusrellie.’ dels is een deel van de vrien-
het Gertrudis haar vrienden om Elk jaar is er - in hun eigen den uitgevlogen. Eentje zelfs
zich heen, die graag hun zak- woorden - gezeik wie welke letterlijk; hij is piloot. ‘Hij
geld voor een buskaartje af- drie uren van de twaalf moet bracht zijn Schotse vriendin
stonden en zo werd pakweg 15 zitten om kaarten te bemachti- mee. Die keek d’r ogen uit. Mar
jaar geleden een traditie gebo- gen. ‘Och, eigenlijk zijn het al- da waar mar even… Iedereen
ren. Elk jaar rijdt een volle bus tijd dezelfde mensen. En je zit is verslaafd aan de Otobusrel-
met oud-Gertrudianen en ander ’s nachts niet alleen, want het lie. Ze komen er allemaal voor
volk van goej uize langs de Tul- is stikgezellig. Er worden van terug. Er zijn ook ouders die
lepetaonse cafeekes. die bingolootjes uitgedeeld om meegaan, zelfs als hun zoon er
Elke, Davy en Rosalinde gaan de volgorde te bepalen. Dat dat jaar eens niet bij kan zijn.’
er eens even goed voor zit- doet de stichting niet, maar Het grote voordeel van de
ten. Davy speelt bij Van Alles iemand van de deelnemers en Otobusrellie vinden ze dat je
Wa, maar op carnavalszondag dat gaat altijd goed.’ dan eindelijk eens een hele
moet de band hem missen. De vriendenclub heeft al die dag bij mekaar blijft. Bij het
De Otobusrellie gaat voor. ‘We jaren al dezelfde busboeren, de zeulen van café naar café ver-
waren piepjong, mochten nog zussen Dragica en Milica. ‘Die lies je elkaar toch weleens uit

het oog. Nou ok,
de bus is weleens
vertrokken zonder
Davy. Die zat nog
te spelen in de
kinderhoek. Maar
meestal gaat het
goed. Dus laat
Bus 12 alsjeblief
dit jaar weer rij-
den, met de ham/
kaashapjes van
Manon en andere
lekkernijen én het
gedicht van Davy.
‘Daarin maak ik ze
allemaal zwart, op
zun Roosendaols,
maar ze weten dat
we allemaal sta-
pelgek op mekaar
zijn.’

Gedicht via de telefoon

‘We zagen die groep een jaar of vijftien geleden als een stel snotapen de bus instappen. En we
willen ze nooit meer kwijt.’ De zussen Dragica en Milica, met carnaval bekend als de Bijtjes, zijn
busboer op Bus 12 en zouden ‘hun’ Gertrudisclub niet meer kunnen missen. ‘We hebben ze leren
drinken, zodat ze niet al bij halte 2 zat waren. En volgens ons hebben ze ook allemaal wel wat
met mekaar gehad.’
Ze kijken altijd met spanning uit naar het gedicht dat Davy elk jaar schrijft. ‘Vorig jaar was er
geen Otobusrellie, maar op carnavalszondag kwam er op het eigenlijke vertrektijdstip bij
iedereen een geluidsfragment binnen op zijn telefoon: het gedicht. En toen ze voor het elfde jaar
meededen, was er een gedicht speciaal voor ons, mét een bijengeschenkpakket, van honingbier
tot een bijenhotel. Zo’n hechte club, die wil je toch nóóit meer kwijt.’
   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22