Page 8 - 2009
P. 8
8 Gi n zee j t ’òò g

OONZE TULLEPETAON het carnavalslied schreef “Tu-tu-tul- voud uitkomen. Hoe aan de benodigde De benaming
“Daor staon ze wir, de Tullepetäonen”. lepetaone”. Het werd het volkslied gelden te komen ?
Deze historische woorden sprak wijlen van de Roosendaalse carnavalvierder. Financiën
Leo Suykerbuyk, Grootste Boer, in ‘68 De Tullepetaon was geboren en ging
of ‘69 toen hij met de Boerenploeg een eigen leven leiden. De vorige Een werkcommissie ontstond
van een serie balbezoeken terugkeerde benaming ‘Stoepschijter’ klonk niet zo bestaande uit Toon Mol, Wil Broos,
in de schouwburg en daar in de foyer vleiend en was minder poëtisch. Louis Kriesels en Piet Schapendonk.
de Bestuurderen van St. Carnaval Het monument zou van heel Roosen-
met prachtige cape en steek aantrof Plannen voor een monument daal worden; een beeld door de Tul- 1987. Inmiddels was Leon Vermunt nog geen sokkel en evenmin een plek
, bezig aan een goed glas. Leo moet Enige carnavalscorypheeën kwamen lepetaonen en voor de Tullepetaonen. aan de slag gegaan. Aanvankelijk voor het beeld ....
op dat moment gedacht hebben aan in 1975 op het idee een carnavals- Heel Roosendaal werd gevraagd hierin waren de plannen al op 11/11 1987
het parelhoen, kale nek en kop, zeer symbool, iets blijvends in het leven bij te dragen, zeker de carnalvierders. het beeld gereed te hebben. Dit zou De plek
luidkeels kwèèkend, een prachtig te roepen en al gauw viel het woord In samenspraak met de kunstenaar iets later worden ... Ook de kosten van de sokkel beliepen
zwart-grijs verenkleed met parelach- ‘monument’. Plannen werden spoedig werden 22 grote replica’s vervaardigd, nog eens 10.000 gulden. Deze werd
tige witte stippen. De naam Tulle- al heel concreet: een bronzen beeld die 1111 gulden moesten gaan kosten. De kunstenaar viel bij herstelwerk- verfraaid met 6 bronzen panelen
petaon is afkomstig van het Franse moest het worden. Toon Mol, lid Daarnaast 111 kleine replica’s met een zaamheden van zijn atelier door waarop ‘autenthieke Roosendaalse
‘poule pintade’, dat in de volksmond van de Gemeenteraad en Commis- prijs van 111 gulden. tevens nog 111 het dak, kon daardoor niet aan het gebouwen en situaties’afgebeeld wer-
vervormd werd tot ‘poulepetaat’en sie Cultuur, broer Jan en Harry van etsen voor diezelfde prijs en tenslotte beeld werken en bovendien vroor het den. Goede sponsors werden hiervoor
door klankomzetting (metathese)uitei den Bergh namen op aanraden van 1111 draagspeldjes van 11 gulden. kleimodel in de winter kapot. Het benaderd en gevonden (de Biggelaar).
ndelijk”’tullepetaon’ werd. toenmalig wethouder Toon de Bruyn De replica’s werden vlot verkocht; de grote moment was daar op 15 febr. Uiteindelijk kwam het kostenbedrag
De naam was gevallen en werd een contact op met Leon Vermunt, Roo- etsen en speldjes veel minder. 1988 toen de 1.80 m hoge bronzen uit op ongeveer 80.000 gulden ! Over
jaar later in 1970 opgepakt door Jan sendaals kunstenaar. Men dacht toen Tullepetaon op een wagentje meereed de plek waar het beeld zou komen te
van Nassau, die op 20-jarige leeftijd! over een bedrag van 15.000 gulden. De totstandkoming in de optocht en op de kindermiddag staan was inmiddels al volop discus-
Dit bedrag bleek al snel een lachertje: Onder het motto “Doeget Saome’ werd voor het eerst mee kwèèkte bij het sie. St. Carnaval koos voor het
beeld + sokkel zouden op een veel- iedereen gevraagd bij te dragen in spel. Bewondering alom, maar er was Tongerloplein, bij voorkeur vóór het
© Stichting Carnaval Roosendaal

Tegel ”Zo laank ier al op munne sokkel staon”, “Klimaot of nie”, stoefte ut Polar Birke,
Wijs’ede zee de Polar Bear tot de Tulpetaon, “ik blijf op mun sokkel, ik mot gin lirke;
“em ik nóóit zoveul maans
- zonder un rozenkraans - vor mijn is gin zeej t’oog,
zó aart ziengend de Paoterskerk ik staon arstikke droog,
uit zien gaon.” ók as de ijskap smelt aont Gastelsvirke.”

Door:
Geert Machielse.

De Paoterskerk zun dak is naor de maon, “Vor mijn waar ut totaol gin zeej t’oog”, “Vortaon stem ik wir”, zee de Tullepetaon,
da komt oons op veul miljoentjes te staon; zee un Tullepetaon kalm en droog, toen ie pas naor d’Ouwe Mart waar gegaon;
“toen mee carnaval,
tonge zègge da ta dis ik op ut Swareebal “da politiek geneuk
van die carnavalsmis wor zo arstikke leuk
as we mee kabaol daor dur ut dak gaon. un Baargs krabbeke mee int bôôtje vroog.” nou’k z’ok in die balletent kan zien staon.”
   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13